Gisteren kwamen de middelgrote gemeenten van de M50 samen in De Bilt. De gemeenten gingen hier in gesprek met minister Hugo de Jonge over de woningbouwopgave die we met zijn allen hebben. Wethouder Ad de Jong was ook aanwezig en sprak met Hugo de Jonge namens Waalwijk, Oosterhout, Moerdijk en Etten-Leur. De boodschap van wethouder De Jong voor deze vier gemeenten was duidelijk: “Wonen en werken zijn direct met elkaar verbonden. Groeit het aantal banen in een gemeente hard? Dan moet het aantal woningen daar óók net zo hard groeien! Wij kunnen 17.000 woningen bouwen, maar meneer de minister, daag ons uit: maak er maar 20.000 woningen van. We zijn ondernemende gemeenten en gaan graag de uitdaging aan.”

Een gemeente kan niet zomaar onbeperkt woningen bouwen. Het rijk en de provincies bepalen hoeveel woningen een gemeente mag bouwen. In het verleden werd weinig rekening gehouden met de economische groei, en daarmee extra arbeidsplaatsen, van een gemeente. “Daar moet verandering in komen. We willen wonen dichtbij werk voor elkaar krijgen. Als mensen op fietsafstand wonen van hun werk kunnen ze de auto laten staan. Extra woningen in middelgrote gemeenten zoals Waalwijk met veel werkgelegenheid zijn dus ook een oplossing voor het fileprobleem. Voeg daar de realisatie van hoogwaardig openbaar vervoer aan toe en je hebt een perfect recept” aldus wethouder Ad de Jong.

De vier middelgrote gemeenten Waalwijk, Oosterhout, Moerdijk en Etten-Leur sloegen dan ook de handen ineen. Samen zijn deze gemeenten goed voor zo’n 190.000 inwoners en 107.000 arbeidsplaatsen. De komende jaren stijgt het aantal banen met 20.000 in deze gemeenten. Wethouder De Jong deed daarom een bod aan minister De Jonge: “In de middelgrote gemeenten Waalwijk, Oosterhout, Moerdijk en Etten-Leur kunnen wij 17.000 nieuwe woningen bouwen tot 2030. Maar we gaan zelfs graag de uitdaging aan om er 20.000 te bouwen. Dat is fors meer dan we nu mogen bouwen. Wij vragen de minister en de provincie daarom ook om meer nieuwe woningen aan onze middelgrote gemeenten toe te kennen. Want wonen moet toch in heel Nederland kunnen?”